Myanmar - you have to keep on moving
Door: Bas Hetterscheid
Blijf op de hoogte en volg Bas
12 April 2015 | Myanmar, Rangoon
Thingyan is het waterfestival, vier dagen lang bekogelt men elkaar met water. Overal op straat zie je brandweerslangen, tuinslangen, emmers en waterpistolen. Icebucket challenge 2.0 zeg maar. Alles zal in deze dagen gesloten zijn, aangezien men zich maar met deze ene taak zal bezig houden. Het waterfestival is traditie die zorgt voor de reiniging van je geest en heel toevallig begint op de laatste dag ook het nieuwe jaar volgens de Birmese kalender.
De afgelopen twee weken heb ik met mijn vriendin gereisd. Enkele hoogtepunten waren de 76 karaats diamant en twee robijnen die op ons straalde vanuit Shwedagon Pagoda, de tempels van Bagan tijdens zonsopkomst en de zonsondergang bij de 1,2 kilometer lange teakhouten brug (U Bein-Bridge).
Op driekwart van de reis waren we bij Inle Lake, een inmiddels veel te toeristische plaats, wat ik eigenlijk alleen maar kan afraden. Wij kozen ervoor om een tweedaagse trektocht door de bergen te doen. We begonnen ’s ochtends vroeg en liepen al snel het toeristische stadje uit, na ongeveer twee uur lopen kwamen we aan in het eerste dorpje waar de traditionele Pa-O stam bivakkeert. Je gaat bijna letterlijk 5 millennia terug, aangezien deze mensen leven van de jacht en akkerbouw. Dit allemaal wel met een moderne slag, zo hadden ze een dorpsscooter en om elkaar te bereiken gebruikt men Viber op het 3G internet om met het volgende dorp te communiceren. De meest verbouwde gewas was tabaksplant, welke dagelijks door dragers naar het meer (3 uur lopen) werden gebracht. Hier worden er sigaren van gemaakt, welke weer heuvel op worden gesleept aangezien alleen het bergvolk sigaren rookt. Je zou denken tijd voor een stukje verticale integratie, maar op dit moment houdt het systeem iedereen bezig en dat is ook wat waard in deze communie.
Tijdens de bergtocht hadden we regelmatig vergezichten, echter het mooiste moest nog komen volgens de gids, namelijk het klooster op de top van de berg. Daar aangekomen voelde ik me net zo beteuterd als bij Golden Rock aangezien het uitzicht matig was. Wat compenseerde was dat enkele kleine monniken aan het spelen waren en hout zaagden. Met het laatste besloot ik ze te helpen, tot groot plezier van hun. Na de ontmoeting met de monniken zijn we doorgelopen naar het volgende Pa-O dorpje, waar een traditioneel gerecht geserveerd zou worden. In een bamboehutje zaten we op de grond terwijl er in de kamer naast ons flinke voorbereidingen werden getroffen.
Het eten werd – typisch Aziatisch – in kommetjes geserveerd. Vandaag stond traditioneel gemarineerde kip met rijst op het menu, met diverse bijgerechten zoals aubergines, tomatensalade, gedroogde sardines en nog enkele lokale groenten. Het eten smaakte ons goed al leek de kip wel heel westelijk gekruid. Nieuwsgierig dat ik was ben ik na het eten de keuken ingelopen waar de lokalen en gids hun eigen eten aan het voorbereiden waren. Tot mijn stomme verbazing werd de kip gemarineerd met Knorr kruidenmix voor kip. Toch best knap van Unilever om hun product binnen twee jaar bestempeld te krijgen als traditioneel Birmees.
Na een nacht geslapen te hebben op de bamboe was het tijd om de tocht naar beneden in te zetten. Maar niet voordat we onze tanden gepoetst hadden en Tineke haar lenzen in had. Dit bleek nog een behoorlijk spektakel bij de dorpspomp, de Pa-O vrouwen die zich stonden te wassen keken vol afgrijzen naar de twee stukken plastic die ze vakkundig in haar oog legde. Na de uitleg dat dit een moderne bril was vertrokken we naar een Franse wijnmaker die we enkele dagen geleden al ontdekt hadden. Met een kleine omweg belandden we daar op het terras om heerlijk aan een Myanmarese Sauvignon Blanc te zippen terwijl we over het meer uitkeken. Verder naar beneden kwamen we langs de Engelse school van onze gids. Zowel Tineke als ik hadden vaak moeite om hem te verstaan en in de klas werd het ook duidelijk waarom.
De ‘professor’ Engels begroette ons vriendelijk en liet drinken aanrukken terwijl hij ons in het open lokaal met 40 leerlingen neerzette. De ouders van deze leerlingen betalen 500 Kyat per dag om hun kinderen een betere toekomst te geven, terwijl ze zelf maar rond de 4000 Kyat (4 dollar) per dag verdienen. De leerlingen schreven, ondanks hun nieuwsgierigheid, ijverig zinnen van het bord over. Een blik op het bord deed ons realiseren waarom onze gids vaak moeite had met het opbouwen van zinnen. Hetgeen wat de leerlingen leerde waren standaard zinnen voor de toeristen betreffende de bezienswaardigheden op het meer, maar in zo’n steenkolengruis Engels, dat er in elke zin wel minimaal één fout stond. IJverig dat wij waren, begonnen we het te corrigeren, echter lachte de professor het weg met de worden; ‘yes I know’.
Nadat we de leerlingen ‘Tot ziens’ hadden geleerd, liepen we een beetje verbouwereerd weg. Net boven de uitgang hing de quote van Mandela: ‘Education is the most powerful weapon which you can use to change the world’. Realiserend dat dit onderwijs ver van enige standaard lag hoopten we dat enkele leerlingen toch zouden doorbreken middels moderne technieken zoals e-learning en verandering in Myanmar konden brengen. Of moesten we dit zelf gaan oppakken en redden wat er te redden valt?
Hoeveel is hulp waard als jijzelf er alleen beter van wordt?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley